Wie Pieter Lavrysen zegt, zegt perswinkel. Al drie generaties lang zit het ondernemen in het bloed. Zijn grootvader begon in de jaren ’60-’70 met een drukkerij in Arendonk. Later nam Pieters vader het over, en zo groeide het bedrijf langzaam maar zeker uit tot een echte perswinkel. “We zijn mee geëvolueerd met de tijd,” zegt Pieter. “En dat blijven we doen.”
Vandaag runt Pieter samen met zijn team drie winkels: Albora in Arendonk, Het Geelsgazetteke in Geel en een derde vestiging in Dessel. De naam Albora is een eerbetoon aan zijn familie: A voor Alfons (zijn grootvader), L voor Lavrysen (zijn familienaam), Bor voor Borgers (de familienaam van zijn grootmoeder) en de laatste A voor Arendonk. “Die wortels zijn belangrijk voor mij,” vertelt hij. “We zijn met die geschiedenis opgegroeid, het zit in ons bloed.”
De winkel in Geel bestaat al twintig jaar en groeide in 2019 van 50 naar maar liefst 200 vierkante meter. “Die uitbreiding was nodig,” vertelt hij. “Want het pakjesverhaal is echt ontploft. En ik geloof in dat verhaal. Via de pakjes komen jonge mensen opnieuw in de winkel. En als ze er toch zijn, spelen ze eens op de Lotto of kopen ze iets extra. Niet allemaal, natuurlijk, maar het helpt onze sector vooruit.”
De winkels zijn sterk verankerd in hun buurt. “In Dessel zijn we de enige krantenwinkel, én het enige Lotto-punt. Dat werkt goed. In Geel hebben we tien Lottopunten in de buurt. Dan wordt het moeilijker. Als je alleen bent, ben je rendabel. Maar hoe meer punten erbij komen, hoe kleiner de taart wordt.”
Toch blijft Pieter niet bij de pakken zitten. Letterlijk én figuurlijk. “Je moet blijven inspelen op wat mensen leuk vinden. We zijn gestart met gepersonaliseerde producten zoals tassen met teksten, t-shirts, snoeptaarten of cadeaus op maat. Daar ligt nog ruimte.”
Ook in de winkelbeleving investeert hij bewust. “Vijf jaar geleden zijn we gestart met een kerstpop-up. Dat werkte goed. Maar dan springen de supermarkten erop, en moet je opnieuw beginnen denken. Je moet inventief blijven. Wat goed marcheert, wordt snel gekopieerd. Maar een warme, persoonlijke aanpak – dat kan niemand overnemen.”
Met zes personeelsleden en drie winkels wordt het plannen. “Ik werk nog anderhalve dag als onderwijzer, maar de rest van de tijd zit ik in de winkels. In Dessel ondersteun ik vooral, daar staat iemand anders in de winkel. Maar ik ben nauw betrokken en deel mijn ervaring.”
Op de vraag of er een vierde winkel komt, is het antwoord duidelijk: nee. “Dit is mijn passie, maar het mag ook leefbaar blijven. Ik word volgend jaar 50 en wil mijn tijd bewuster indelen. Niet uitbollen, maar wel slimmer werken. We zoeken nu actief hoe we opnieuw meer tijd kunnen maken voor klanten. Want dat babbeltje aan de toonbank, dat is goud waard. Mensen appreciëren dat.”
Een opvallende verandering is de invoering van een fooienpot in de winkel. “Voor het eerst in 25 jaar,” zegt Pieter. “Het is volledig vrijblijvend, maar het is ongelooflijk hoeveel mensen er iets in steken. Het toont aan dat vriendelijkheid en service nog altijd het verschil maken.”
Tot slot deelt Pieter zijn eenvoudigste maar krachtigste ondernemerswijsheid:
“Altijd vriendelijk zijn is de beste reclame. En het kost niks. Altijd blijven lachen.”